31 augustus 2021
Nieuws - Binnen de regio

Vier bedrijven op zoek naar aardwarmte in Holland Rijnland

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK geeft vier bedrijven een vergunning voor het opsporen van aardwarmte binnen de regio Holland Rijnland. Met aardwarmte uit de diepe ondergrond kunnen woningen en bedrijven duurzaam worden verwarmd. Eén aardwarmtebron is goed voor de verwarming van zo’n vijfduizend woningen. De komende jaren onderzoeken de vier bedrijven, samen met gemeenten en de provincie de kansen van aardwarmte in de vijf gebieden.

De bedrijven Shell en D4, Eavor, Wayland en Yeager dienden vorig jaar aanvragen in bij het ministerie van EZK om de kansen van aardwarmte te onderzoeken. De manier waarop bedrijven dat willen doen is beoordeeld door TNO, Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), het hoogheemraadschap van Rijnland en de provincie Zuid-Holland. De provincie vroeg ook om advies van drinkwaterbedrijf Dunea en de regiogemeenten over veiligheid,  regels om nadelige gevolgen voor het milieu te voorkomen en over het betrekken van de omgeving bij projecten. Op basis van deze adviezen heeft het ministerie van EZK de opsporingsvergunningen afgegeven.

Energietransitie in Holland Rijnland

In 2030 willen we in Nederland de CO2-uitstoot met de helft verminderen ten opzichte van 1990. In Holland Rijnland komt  bijna de helft van de CO2-uitstoot door het verwarmen van huizen en gebouwen en voor een kleiner deel. voor het verwarmen van  leidingwater. Om te verduurzamen moeten we met z’n allen minder aardgas gebruiken. Dat kan door huizen te isoleren maar ook door het gebruik van duurzame warmte voor verwarming in plaats van aardgas. Eind 2021 heeft iedere  gemeente een Transitievisie Warmte waarin staat hoe wijken in 2050 aardgasvrij worden verwarmd.  Hierover gaan gemeenten in gesprek  met inwoners en ondernemers.

Voor een deel van de huizen en gebouwen in de regio is aansluiting op een warmtenet het meest geschikte en goedkoopste alternatief voor aardgas. Voor het vullen van zo’n warmtenet is aardwarmte, ook wel geothermie genoemd, een heel geschikte bron. Deze bron levert warmte van hoge temperaturen, er is veel warmte in aanwezig en de warmte kan over redelijk grote afstanden vervoerd worden.

Aardwarmte in Holland Rijnland

De aanleg van een aardwarmte-installatie kan alleen als een bedrijf zorgt dat het veilig gebeurt, de ondergrond geschikt is en als aardwarmte past in de ruimtelijke plannen van een gemeente en de plannen voor warmtevoorziening. De vier bedrijven beginnen een uitgebreid onderzoek naar de diepe ondergrond en de kansen van aardwarmte op een precieze locatie. Vanaf de start van deze eerste onderzoeken gaan meestal een paar jaren voorbij voordat er een aardwarmte-boorinstallatie wordt gebouwd. Dit heeft te maken met de uitgebreide voorbereidingen en de wettelijke eisen.

Omwonenden en andere belanghebbenden kunnen op verschillende momenten hun mening geven over het aardwarmte-initiatief.  Ook kunnen zij bij de vergunningen die hierna nog nodig zijn, , reacties geven en zelfs bezwaar maken.

Gemeenten binnen Holland Rijnland delen informatie over aardwarmte en de warmtetransitie met hun inwoners en zullen hen  hierover raadplegen. Meer informatie over aardwarmte en antwoorden op veel gestelde vragen is te vinden op www.allesoveraardwarmte.nl en www.aardwarmterijnland.nl.

Aardwarmte ontwikkeling – proces

1. Opsporingsvergunning aanvragen: Partijen vragen een opsporingsvergunning aan bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

2. Advies deskundigen: Het ministerie vraagt advies aan deskundigen, zoals TNO, SodM, de provincie en de Mijnraad. De provincie Zuid-Holland betrekt in haar advies ook de gemeenten, het hoogheemraadschap van Rijnland en het drinkwaterbedrijf Dunea.

3. Ministerie verleent opsporingsvergunning: Het ministerie geeft een opsporingsvergunning voor een bepaald gebied aan één of meerdere partijen. Een vergunninghouder mag daarmee onderzoek doen naar aardwarmte in dat gebied. Hier staan we in Holland Rijnland.

4. Onderzoek: De vergunninghouder brengt de potentie en mogelijkheden van aardwarmte in kaart.

5. In gesprek: De resultaten bespreekt de vergunningenhouder met de gemeenten in het opsporingsgebied. Maar bijvoorbeeld ook met de provincie, het ministerie, het hoogheemraadschap en drinkwaterbedrijven.

6. In gesprek: Samen met gemeenten en warmtebedrijven bekijkt de vergunninghouder welke plekken geschikt zijn voor de winning en het gebruik van aardwarmte. Hierover gaan zij in gesprek met de omgeving.

7. Locatiekeuze: Op basis hiervan wordt de precieze locatie bepaald waar de vergunninghouder aardwarmte uit de grond haalt. Dit is de locatie voor de aardwarmte-installatie.

8. MER-aanmeldnotitie: De vergunninghouder maakt een MER-aanmeldnotitie. Hierin wordt gekeken of het project voldoet aan de milieuaspecten. Het bevoegd gezag beoordeelt de aanmeldnotitie.

9. Bestemmingsplan: Indien nodig wordt het bestemmingsplan gewijzigd.

10. Inspraak omgeving: Samen met de gemeente informeert de vergunninghouder de omgeving. Belanghebbenden, waaronder omwonenden, kunnen een zienswijze indienen en eventueel in beroep gaan.

11. Omgevingsvergunning: Voor de bovengrondse aspecten is een omgevingsvergunning nodig. Hierover beslist het ministerie van Economische Zaken, die gemeenten, provincie, hoogheemraadschap en overige deskundigen om advies vraagt.

12. Inspraak omgeving: De vergunninghouder en de gemeente informeren de omgeving over de vergunning. Bewoners kunnen hun zienswijzen inbrengen en eventueel in beroep gaan.

13. Subsidies: De vergunninghouder vraagt overheidssubsidies aan, zoals de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE).

14. Aardwarmte-installatie: Op de gekozen locaties bouwt de vergunninghouder een aardwarmte-installatie. Daar boren zij een put. Op basis van de resultaten uit de put, weten zij of de warmte ook daadwerkelijk winbaar is.

15. Winningsvergunning en winningsplan: Als de vergunninghouder aardwarmte wil winnen, hebben zij verschillende vergunningen nodig. Dat begint met een winningsvergunning en een winningsplan. Hierover beslist het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

16. Advies deskundigen: Voor de winningsvergunning en het winningsplan vraag het ministerie advies aan deskundigen, zoals SodM, de Mijnraad, de provincie, de Technische Commissie bodembeweging, gemeenten en het hoogheemraadschap.

17. Inspraak omgeving: Bij een ontwerp-besluit voor een winningsplan, kunnen belanghebbenden, waaronder omwonenden, zienswijzen indienen en eventueel in beroep gaan.

18. Aansluiting op warmtenet: de put wordt gekoppeld aan het warmtenet. De aardwarmte verwarmt dan de gebouwen die aangesloten zijn op het warmtenet.

19. Gebruik van aardwarmte: Huizen en bedrijven worden verwarmd met duurzame energie uit eigen bodem.

 

Illustratie van ronddraaiende windmolen

Op naar Neutraal

De dertien gemeenten van de regio Holland Rijnland, de provincie Zuid-Holland, de Omgevingsdienst West-Holland, het hoogheemraadschap van Rijnland en Holland Rijnland zetten hun schouders onder de energietransitie. De ondertekenende partijen werken samen aan de regionale ambitie om in 2050 een energieneutrale regio te zijn.