13 oktober 2021
Nieuws - Binnen de regio

PHO+ Energie: ‘Laaghangend fruit plukken’


Het was op 8 september, na een lang coronajaar, de eerste fysieke ontmoeting van het PHO+ Energie. In de Nieuwe Energie in Leiden kwamen bestuurders en inhoudelijk ambtenaren van de provincie, gemeenten, waterschap en netbeheerder bijeen om de route richting RES 2.0 en uitvoering van de RES 1.0 te bespreken. 

Bestuurlijk trekker van de RES Holland Rijnland, Liesbeth Spies vatte het samen in drie punten. ‘Waar we antwoord op willen, zijn de vragen: Waar staan we nu, welke ideeën en wensen leven er bij bestuurders en hoe gaan we verder naar de RES 2.0?’ Naar aanleiding van twee bijeenkomsten die zij vooraf bijwoonde, gaf Spies de aanwezigen twee overwegingen mee. Vanuit de Economic Board Zuid-Holland wordt verduurzaming als motor van de economie gezien, maar daarin mag volgens de Board klimaatadaptatie niet ontbreken. En uit de landelijke bijeenkomst van RES-trekkers kwam het bericht dat er op Prinsjesdag 6,7 miljard beschikbaar komt om de ingezette trajecten te continueren. En dat er 73 miljoen is voor het doorzetten van de RES.

Waarom we met z’n allen zo hard werken aan de RES, werd nogmaals geïllustreerd aan de hand van een alarmerend filmpje met beelden van klimaatverandering en de nonchalance waarmee veel mensen het bezien.

Proces- en programmamanager Floris de Groot gaf daarna een toelichting op waar de regio nu staat na de RES 1.0 en wat er in de zomermaanden aan wensen en ideeën is opgehaald na een ronde langs bestuurders in de dertien gemeenten, provincie Zuid-Holland, de Omgevingsdienst West-Holland, hoogheemraadschap Rijnland en netbeheerder Liander. Daarin kwam naar voren dat de thema’s warmte, mobiliteit, besparing en zon op dak goed worden opgepakt. Voor de grootschalige duurzame opwek van elektriciteit door middel van zonnevelden en windturbines blijkt dat een stuk complexer. Met die resultaten stelde Spies voor om de discussie over grootschalige opwek voor de korte termijn te laten rusten. Ook in het licht van de onzekerheden die het kabinetsbeleid, de komende lokale verkiezingen en de voltooiing van de PlanMER met zich meebrengen. Daarnaast komt het Planbureau voor de Leefomgeving komende maanden met de doorrekening van alle dertig RES’en in Nederland. ‘Laten we ons op dit moment vooral concentreren op het laaghangend fruit, oftewel de eerdergenoemde thema’s waarover een gedeeld beeld bestaat en waar we concreet verder mee kunnen.’ Die lijn werd door de aanwezige portefeuillehouders onderschreven.

Uit een rondvraag langs de alle bestuurders bleek dat de RES 1.0 door de raden, al dan niet met een motie of amendement, waren aangenomen. Soms leverde dat stevige debatten op, maar elders werd de RES bijna geruisloos aangenomen. Wel spraken verschillende portefeuillehouders hun bezorgdheid uit over participatie, governance en locaties voor grootschalige opwek. Opvallend was dat het thema Warmte veel nadrukkelijker op de kaart is komen te staan. Gemeenten zijn druk in de weer met hun Transitievisies Warmte, de ontwikkelingen rondom Warmtelinq – de restwarmterotonde uit Rotterdam – worden nauwlettend in de gaten gehouden en de onderzoeken naar geothermie in de Duin- en Bollenstreek roepen vragen op over verdelingsmogelijkheden.

Daarnaast gingen aanwezigen in op de vraag wat lokaal en wat regionaal moet worden opgepakt. Want het blijkt dat zaken die lokaal belegd zijn, vaak ook regionale afstemming nodig hebben. De opgave is té groot om als individuele gemeente aan te pakken. Een gezamenlijke regionale nieuwsbrief voor de raden zou een instrument kunnen zijn om die verbinding te verstevigen. Verder schuwden verschillende aanwezigen het idee niet om duidelijke afspraken met elkaar te maken, die te monitoren en elkaar daarover aan te spreken. Maar tegelijkertijd was er ook de oproep om met een optimistische blik samen opgaven te realiseren, met vertrouwen in elkaar.

Spies vatte de opbrengsten van de middag samen als: ‘We blijven in RES-verband intensief regionaal samenwerken en doen lokaal wat kan. Er komt een uitvoeringsprogramma dat in eerste instantie insteekt op de thema’s waarover consensus is. Over grootschalige opwek blijven we in gesprek. Op basis van de PlanMer, de eerste doorrekening van het PBL en een nieuw regeerakkoord bezien we hoe we verder uitvoering geven aan de eerder geformuleerde ambities en wat de consequenties zijn van de aangenomen moties en amendementen. In het uitvoeringsprogramma worden ook communicatie en participatie vanuit de regio over de RES meegenomen. In het volgende PHO+ leggen we een eerste concept van dit uitvoeringsplan aan u voor.’

Illustratie van ronddraaiende windmolen

Op naar Neutraal

De dertien gemeenten van de regio Holland Rijnland, de provincie Zuid-Holland, de Omgevingsdienst West-Holland, het hoogheemraadschap van Rijnland en Holland Rijnland zetten hun schouders onder de energietransitie. De ondertekenende partijen werken samen aan de regionale ambitie om in 2050 een energieneutrale regio te zijn.